Mijn heftigste LSD-trip so far (tripreport)

mijn-heftigste-lsd-tripreport

Mijn derde LSD-trip bleek een intense ervaring. Ik had vrij impulsief twee zegels genomen toen ik alleen thuis was.

Het is 20 april 2021. Ik ben een student van 24 jaar en woon al enkele jaren in dezelfde studentenkamer, waar ik al vaker alleen of in gezelschap psychedelica heb geprobeerd. In oktober 2019 heb ik voor het eerst LSD gebruikt, een zegel van 220 microgram. Dit was een intense ervaring waarbij mijn kamer ging draaien en ik urenlang op de bank heb liggen nadenken en hallucineren. Op een gegeven moment kreeg ik de controle over mijn gedachten en lichaam weer enigszins terug, heb ik lunch gemaakt en ben ik zelfs gaan wandelen. Op het eind van de dag was de LSD al redelijk uitgewerkt en heb ik nog wat nostaglische films gekeken.

In februari 2020 heb ik mijn eerste LSD-trip nog eens rustig over gedaan. Eigenlijk was het een vergelijkbare trip, maar omdat ik wist wat ik kon verwachten was het een stuk minder indrukwekkend. Ik heb tijdens de opkomstfase gewoon zitten gamen, heb tijdens de piek redelijk relaxed op bed naar het plafond liggen staren en ben daarna wederom gaan wandelen. Het kan best zijn dat die trip ook een lagere dosering was, want ik heb het toen niet laten testen. Maar het kwam van dezelfde bron als de eerste trip. Uiteindelijk vond ik, toen ik er op terug keek, de tweede trip in vergelijking met de eerste niet heel boeiend.

Nu ben ik ruim een jaar verder, en ik speel al een tijdje met het idee om weer eens LSD te proberen omdat het lang geleden is. Ik heb eerder in de week inkopen gedaan voor de zomer, aangezien het er op lijkt dat er na de lockdown waarschijnlijk weer meer gelegenheid gaat zijn voor drugsgebruik op festivals en dergelijken. Onder die inkopen zaten ook tien LSD zegels, aangezien ik ooit aan een paar oud-collega’s beloofd heb te tripsitten tijdens hun eerste trip. Ik heb besloten dat ik ze eerst zelf nog eens ga proberen, en aangezien 20 april een soort onofficiële drugs dag is kan dat net zo goed vandaag.

Fase 1: Same old, same old

Ik ontbijt met havermout en zet een grote kop thee (rooibos met sinaasappel) in een theemok waar ruim een liter in past. Ik heb de mok een paar jaar geleden in Disneyland gekocht; hij is in de vorm van het hoofd van Olaf, de sneeuwpop uit Frozen. Terwijl ik ontbijt volg ik de dagstart meeting van mijn scriptiegroep, ondanks dat ik de rest van de dag waarschijnlijk niks aan mijn scriptie ga doen. Na de meeting leg ik de postzegel LSD van 200 microgram onder mijn tong en kijk ik nog een youtube video. Daarna klap ik mijn bedbank uit, richt deze comfortabel in met kussens en een dekentje, en ga er afwachtend op zitten met de kop thee nog in de hand.

 

Eén van de muren van mijn kamer bevat een grote tekening van een strand met zee, wolken en bomen. Zodra deze tekening met de inmiddels vetrouwde draaiende en pulserende bewegingen tot leven begint te komen drink ik mijn laatste beetje thee op, waarbij ik de postzegel doorslik. Ik zet de beker op mijn bureau en ga weer op de bank liggen kijken naar hoe de muren en meubels van mijn kamer bewegen. Ik heb ook een eigen spotify playlist opgezet, die ik speciaal heb samengesteld voor tripsessies. De muziek is heel laid back, en ik associeer vrijwel ieder nummer wel met een fase of persoon uit mijn leven. Hierdoor gaan mijn gedachten al snel hun eigen leven leiden, maar wel in een vooraf bepaalde richting.

Wanneer ik zo’n anderhalf uur aan het trippen ben begin ik me gek genoeg ietwat te vervelen. Dit is nu de derde keer dat ik LSD doe op dezelfde studentenkamer, en ondanks dat ik de indeling iets verander heb, is het een bekend trucje. Zelfs de visuals zijn als een show die ik al een keer eerder gezien heb en waar ik het einde al van ken. Ik begin na te denken over mogelijkheden om de trip interessanter te maken, zonder dat ik daarvoor per se naar buiten hoef, want daar heb ik geen zin in.

Fase 2: Double the daily dose

Nu is het zo dat ik in mijn leven graag de grens op zoek van wat ik precies kan hebben. Als eerste heb ik dat gedaan met alcohol, en zo door trial and error over de jaren heen gedefinieerd tot welke hoeveelheid ik ongeveer alcohol kan drinken zonder me slecht te gaan voelen. In 2018 heb ik flink geëxperimenteerd met XTC en zodoende ook ontdekt hoeveel milligram daarvan comfortabel is, en waar mijn grens ligt. Voor zowel alcohol als XTC geldt dat ik een keer over mijn grens heb moeten stappen om hem te kunnen definiëren.

Het is dus niet gek dat ik op het idee kom om LSD ‘bij te pakken’. Zo’n strip van 9 postzegels ziet er ook niet geometrisch aantrekkelijk uit, aangezien hij niet 3 bij 3 is maar 4 aan 5. Bovendien zou het zomaar kunnen dat de pieken van de twee zegels elkaar niet eens versterken maar afwisselen, omdat ik al twee uur bezig ben. Ik google nog even snel het een en ander om zeker te weten dat ik er geen acute fysieke risico’s mee loop, en kom tot de conclusie dat ik het gewoon ga proberen. Kijken waar het schip strandt.

Ik leg de tweede postzegel van wederom 200 microgram onder mijn tong en richt de bedbank opnieuw in. Aangezien ik wat meer intensiteit verwacht besluit ik om te gaan liggen in plaats van zitten. Na een tijdje spoel ik de tweede postzegel weg met wat water, omdat ik eigenlijk geen flauw idee heb hoe ik zou moeten merken dat deze ook inkickt, aangezien ik al aan het trippen ben op de eerste dosis.

In eerste instantie is de trip niet heel anders dan wat ik gewend ben. Ik laat mijn gedachten nog steeds leiden door de muziek, en denk met gesloten ogen, liggend op de bank, terug aan periodes en gebeurtenissen uit mijn leven. Daarnaast analyseer ik mijn keuzes, mijn karakter, en mijn relaties met mensen. Het grote verschil met vorige trips is dat ik niet enkel deze gedachtes heb, terwijl ik psychedelische visuals voor me zie, maar dat de subjecten van mijn gedachtenstroom ook form aannemen in de visuals. Zo komen vrienden, familie en collega’s langs in de kaleidoscoop die zich voor mijn gesloten ogen vormt, afgewisseld met acteurs en fictieve personages uit films en series die ik recent nog gekeken heb. Sommige figuren smelten ook samen tot nieuwe figuren, of zijn ineens geanimeerd in plaats van levensecht.

Op een gegeven moment gaat de maalstroom van visuals en gedachten in zo’n hoog tempo dat ik er ietwat draaierig van word en besluit mijn ogen weer te openen. Het is duidelijk dat de tweede dosis LSD ook de live visuals van mijn kamer heeft geüpdate. De muurtekening leeft nog steeds, maar beweegt veel sneller en agressiever dan ik gewend ben van de vorige trips. De poster van een popster die ik aan de muur heb hangen is ook tot leven gekomen, en haar gezicht veranderd in rap tempo in de gezichten van allerlei andere personen uit mijn leven of uit fictieve werken. Mijn meubels bewegen nog steeds, maar niet langer pulserend op het ritme van mijn ademhaling; ze schuiven in en langs elkaar op een manier die ik enerzijds associeer met een film als Doctor Strange, anderzijds associeer met van die oude windows screensavers. 

Ik merk dat de muziek die opstaat niet alleen mijn gedachtenstroom beïnvloedt, maar zelfs mijn gemoedstoestand. Tijdens een wat droeviger nummer voel ik mij neerslachtig, maar wanneer het volgende, meer opgewekte nummer begint krijg ik ineens weer positieve energie. Het gekke is dat ik me er compleet bewust van ben dat de muziek mij extreem beïnvloedt, maar er nog steeds niks aan kan doen, omdat ik te snel weer afgeleid raak door mijn gedachten of de visuals van de kamer.

Ik besluit om net als tijdens de eerste trip eens te proberen hoe het is om met mijn benen omhoog langs de muur te zitten. Ik merk dat ik het niet lang volhoud; mijn benen zijn veel zwaarder dan normaal en het voelt alsof ze onder stroom staan. Het is geen normale elektrische stroom, maar iets wat tegelijk elektrisch en vloeibaar aanvoelt en door mijn benen loopt. Het doet geen pijn, maar maakt bewegen wel moeilijker. Ondanks dat lukt het om me naar mijn bureaustoel te verplaatsen.

Fase 3: Staring into the void

Terwijl ik aan mijn bureau zit kijk ik naar mijn twee monitors. Aan het begin van de trip heb ik mijn bureaublad achtergrond ingesteld op een diashow die elke 10 minuten een andere wallpaper toont met veel details, en thema’s als de ruimte en natuurlandschappen. Ik breng een goeie tijd door met het staren naar deze afbeeldingen, die allemaal in snel tempo vervormen en om zichzelf heen draaien en waar ik allerlei bekende figuren in ontdek die er normaal niet in staan. Het valt me op dat oppervlaktes die normaal gesproken puur wit zijn, nu juist een groen en paars kleurenschema krijgen.

Ik drink wat water en probeer rond te lopen in de kamer. Dat gaat moeizaam door de stroom die door mijn benen loopt. Wanneer ik weer ga zitten kijk ik naar mijn wasrek. Ik heb de was expres niet opgeruimd voor de trip, omdat de kleren die uithangen erg kleurrijk zijn en van allerlij verschillende stoffen en texturen gemaakt. Nu is dat natuurlijk ontzettend interessant om naar te kijken, en ik waardeer alle contrasten en filosofeer over hoe het toch kan dat objecten op zoveel verschillende manieren van elkaar kunnen verschillen. Net wanneer de gedachte bij me opkomt dat de trip anders is, maar nog steeds niet extreem heftig, hoor ik de voordeur van mijn huis opengaan, wat betekent dat één van mijn huisgenoten thuis moet zijn.

Dat is onverwacht. Ik meende dat ik vandaag het huis voor mezelf alleen zou hebben. Aangezien ik momenteel niet normaal kan lopen (lopen gaat op dit moment voor mijn gevoel een beetje op de versnelde slowmotion manier uit een Zack Snyder film of een oude horroranimatie) acht ik de kans vrij klein dat ik op een normale manier over zal kunnen komen op huisgenoten en eventuele aanhang. In tegenstelling tot de vorige twee LSD trips sluit ik de mogelijkheid om naar buiten te gaan, of zelfs naar de keuken te gaan, dan ook uit. Ik zal de trip uit moeten zitten op mijn kamer, in ieder geval tot ik weer een beetje controle over mijn lichaam en gedachten terug heb.

Dit brengt echter één probleem met zich mee: Ik zal op een gegeven moment naar het toilet moeten. Ik wil niet het risico lopen om daarbij toevallig mijn huisgenoot tegen het lijf te lopen en mezelf te moeten verklaren. Ik besluit om de muziek even uit te zetten, zodat ik kan horen wanneer de kust veilig is.

Wanneer ik de muziek uitzet is het net alsof het leven langzaam op pauze gezet wordt. Ik hoor nog een diep gebrom dat langzaam afneemt, als een wasmachine die langzaam stopt met draaien of een motor die gecontroleerd uitgezet wordt. Dit gebrom neemt af totdat enkel de grondtoon overblijft, die in mijn hoofd blijft galmen. Elk geluid van buiten mijn kamer wordt ook een aantal keren herhaald, alsof het geluid een steen is die in een put wordt gegooid en daarbij een aantal keer echo’s naar boven stuurt. Ik merk dat de visuals, die hiervoor juist een stuk sneller waren dan ik van eerdere trips herinnerde, ook ineens in een soort heftige slowmotion gaan, en dat zelfs mijn eigen gedachten vertraagd worden. 

Aangezien het me niet gaat lukken om naar de keuken te gaan kijk ik of er in mijn kamer wat te eten is, want ik voel ver weg iets van trek. Het is ook al ruim 6 uur geleden dat ik ontbeten heb. Het enige wat ik ontdek is een pak stroopwafels, waar ik er één van opeet. Elke hap die ik neem van de stroopwafel creëert geluid in mijn mond en mijn keelholte, en ieder geluid hoor ik in een maalstroom de diepte in wegcirkelen. Het eten heeft daardoor iets engs. Inmiddels stromen ook de gedachten die in me opkomen weg in de metafysische put van geluid die zich tussen mijn oren afspeelt.

Ergens denk ik aan verhalen over ‘bad trips’ en ‘ego-dood’ die ik heb gelezen over hoge doseringen LSD. Ik heb daar echter totaal geen zin in. Met de tegenwoordigheid van geest die ik nog heb realiseer ik me dat ik deze situatie heb veroorzaakt door de muziek uit te doen. Ik besluit de muziek weer aan te zetten, maar wel zo zacht dat ik nog steeds de geluiden buiten mijn kamer kan blijven horen.

Fase 4: Lose yourself

De bodemloze put waarin alle geluiden en gedachten in spiraalvorm wegstromen en verdwijnen, verdwijnt zelf gelukkig bij het aanzetten van de muziek. Het enthousiasme dat ik hiervoor nog had voor de trip is wel enigszins verdwenen. Ik ga maar weer op de bank liggen om bij te komen van het moment. Op een gegeven moment hoor ik dat mijn huisgenoot de deur weer uitgaat, waarschijnlijk om haar honden uit te laten. Ik besef dat dit mijn kans is om naar het toilet te gaan, en besluit direct ook maar eens te douchen om te kijken of dat prettig is.

Het douchen zelf is niet onprettig, maar ook niet heel interessant. Ik hoor de muziek niet in de douche, maar keer gelukkig niet terug naar het moment van tijdsloosheid waar ik eerder verbleef. Ik besteed nauwelijks aandacht aan de temperatuur of de waterdruk, maar kijk van heel dichtbij naar de waterdruppels op de tegels van de douchemuur. Iedere druppel is een soort micro-universum waar zich van alles afspeelt, en ik zou er uren naar kunnen kijken. Ik dwing mezelf echter om op tijd weer terug naar mijn kamer te gaan, voordat mijn huisgenoot terug komt van haar wandeling.

In de spiegel kijken

In de kijk ik ook eens goed in de spiegel. Ik herken de basis van mezelf, maar ik ben een stuk dunner dan ik me herinner en mijn huid heeft een andere kleur, alsof er licht van binnen komt. Mijn beide ogen en pupillen worden afwisselend groter en kleiner, en ik heb een domme grijns op mijn gezicht die niet weg wilt. Het is zoals mijn collega zij die ik tijdens mijn eerste LSD trip tegenkwam: ‘het licht is aan maar er is niemand thuis’. Het geeft mij het idee dat mijn lichaam en geest momenteel overgenomen zijn door iemand anders, zoals je wel eens ziet in horror films. Ik vind het op zich niet direct een heel beangstigende gedachte, omdat ik weet dat het allemaal wel tijdelijk is en ik het gewoon uit ga zingen op mijn kamer.

Wanneer ik aangekleed en wel weer op de bank zit kom ik toch tot de conclusie dat ik mezelf enigszins ben kwijtgeraakt. Ik herkende mezelf nauwelijks in de spiegel, en het lukt me niet om me te herinneren wat ik de afgelopen dagen eigenlijk heb gedaan in de aanloop naar deze trip. Ik betrap mezelf erop dat ik in een soort Boeddha-houding in het midden van de bank zit, en als ik op een bepaalde manier naar de kamer kijk een nieuw type visuals krijg. Eerst waren het de objecten die bewogen en de afbeeldingen die tot leven kwamen, maar nu is het net alsof er een kaleidoscopisch filter over de hele wereld ligt waardoor de hele kamer een soort goudbruine gloed krijgt. De contrasten tussen alle kleuren worden ook nog intenser dan ze al waren. Ik ben totaal niet religieus maar op dit moment voel ik me toch aardig spiritueel.

Aangezien ik mezelf redelijk kwijt ben lukt het me niet om mijn gedachtenstroom te focussen op mijn eigen leven en de mensen die ik ken. Daardoor ontrafel ik nu juist de beginselen van de wiskunde, natuurkunde en filosofie. Dit deed ik tijdens een eerdere trip ook al, maar daarbij dacht ik eerder aan de juiste manier om de wetten en regels in praktijk te brengen. Deze keer kom ik tot de conclusie dat wetten en regels maar onzin zijn. De realiteit is een illusie maar daar valt helaas niet zoveel aan te doen.

Ineens valt me de lege theemok op die op het bureau staat. Het gezicht van Olaf kijkt me strak aan, en zijn ogen lijken met te hypnotiseren. Ik raak er spontaan van overtuigd dat het de Olaf-beker is die mijn geest en lichaam tijdelijk controleert, en al die tijd al aan de touwtjes trekt, anders zou hij me niet zo betekenisvol aan blijven kijken. Uit opstandigheid, en om te bewijzen dat Olaf geen macht heeft over mij, besluit ik vrijwillig nog een stroopwafel te eten. De vorige keer dat ik dat deed bereikte ik een waar dieptepunt, en om je angsten te overwinnen moet je jezelf ermee confronteren, zo redeneer ik. Het lijkt Olaf niet veel te doen, maar de morele overwinning is aan mij. De visuals beginnen eindelijk weer een beetje af te nemen naar het niveau dat ik gewend ben van een ‘normale’ LSD trip, waar ik me dus een stuk comfortabeler bij voel. Wel begin ik de trip een beetje beu te raken, en ga ik op zoek naar afleiding om de laatste uren mee uit te zitten.

Fase 5: Wrapping up

Ik besluit wat livestreams te kijken op mijn telefoon, met de muziek nog zachtjes op in de achtergrond. Als eerste spot ik een vriend van me die online schaakles geeft aan kinderen. Ik kijk vrolijk mee al kan ik de les nauwelijks volgen, maar het is heel aandoenlijk om te zien hoe hij het doet, dus dat vrolijkt me redelijk op. Na de schaakles is het tijd voor de wekelijkse persconferentie van Mark Rutte en Hugo de Jonge, over het coronabeleid. Waar ze het precies over hebben dringt niet helemaal tot mij door, ik vind vooral de doventolk bijzonder interessant. Ik snap overigens wel waarom er zoveel complotdenkers zijn die de boel niet vertrouwen. De persconferentie is duidelijk bewerkt in een studio, want alles draait, zweeft en loopt in elkaar over. Allicht kan dat ook aan mij liggen. Zodra de journalisten aan de beurt zijn kom ik zelfs trippend tot de conclusie dat die totaal niet in staat zijn om fatsoenlijk vragen te stellen, en dat ik verder kijk.

Ik kom terecht bij een livestream van een online knikkerkampioenschap. Een enorme gespierde Brabander met tattoos en een neusring levert commentaar bij ballen die over de virtuele knikkerbaan rollen alsof zijn leven ervanaf hangt. Zowel de commentator als de deelnemers in zijn chat zijn fanatieker dan de gemiddelde voetbalsupporter. Af en toe gooi ik er een wijze leus doorheen met mijn vandaag nieuw verworven inzichten, maar ik moet ook continu lachen om de absurditeit en hilariteit van waar ik naar zit te kijken.

Op een gegeven moment begin ik last te krijgen van hoofdpijn. Of dit door de LSD, door het intense staren naar beeldschermen of door wat anders komt weet ik niet, maar ik besluit dat ik maar eens naar bed ga. De trip is, ondanks dat die al 14 uur bezig is, nog verre van over, en de visuals en gedachten zijn nog steeds gaande, maar ik probeer het toch. Ik blijf nog een uur of 3 wakker liggen in bed voordat ik dan toch eindelijk in slaap val.

Conclusie

Tijdens mijn derde LSD-trip ooit besloot ik vrij impulsief om niet één maar twee zegels van 200 microgram te nemen. Dit leverde een zeer intense trip op die heel anders was dan de twee eerdere trips die ik heb gehad. Gemiddeld genomen was het een goede ervaring, maar er zaten ook echte dieptepunten in die ik me nog lang zal herinneren en niet graag opnieuw beleef. De keuze om een tweede zegel te nemen nam ik eigenlijk vooral omdat de 200 microgram trip te herkenbaar was en ik wel wat nieuws wilde beleven. Ik denk dat ik in de toekomst eerder variatie ga aanbrengen door bijvoorbeeld in gezelschap te gebruiken of op een andere locatie, en niet nog een keer een zwaardere dosis wil nemen, in ieder geval niet op de korte termijn.

Geef een reactie