In Nederland heerst de opvatting dat harddrugs gevaarlijker zijn dan softdrugs. Maar de meeste ‘harddrugs’ zijn verboden gemaakt op basis van overdreven mediaberichten en paniekreacties van politici.
Lees ook: af en toe de controle verliezen geeft ons leven kleur
Als je wat dieper duikt in de werking van verboden middelen, dan zal je opvallen dat de farmacologische effecten niet zoveel verschillen tussen legale en illegale genotmiddelen. Het narcotische middel GHB oefent bijvoorbeeld effect uit op vrijwel precies dezelfde plekken in het brein als alcohol doet. Toch vinden mensen GHB crimineel en alcohol normaal.
Khat is een harddrug
Het lijkt vooral om dat woordje ‘normaal’ te gaan. ‘Wat de boer niet kent, dat mot hij niet’, zeg maar. Een duidelijk voorbeeld van zo’n stugge boeren opvatting is het verbod op khat. Een kleine groep Somaliërs in Nederland kauwde rond de eeuwwisseling straffeloos op bladeren van de khatplant (catha edulis). Khatbladeren kauwen is een eeuwenoude traditie die zijn wortels vindt in Jemen en omringende Arabische landen. In verse bladeren van de plant zit de werkzame stof cathinone, wat een enigszins vergelijkbaar effect met cafeïne heeft.
Khat is een milde stimulant, waar je dus wakker, alert en actief van wordt. Mensen uit Somalië kennen ingewikkelde sociale rituelen rondom gebruik van khat. Ze zitten ’s avonds urenlang in een kring khat te kauwen, terwijl ze uitbundig praten. Tijdens die khatrituelen worden sociale verbintenissen versterkt, roddels uitgewisseld, huwelijken gepland en zakelijke beslissingen genomen.
Ernstige incidenten met gebruik van khat zijn niet bekend. Maar toen een paar keer in het nieuws kwam dat een groep Somaliërs ‘verslaafd’ raakte aan een legale drug, buitelden Kamerleden en staatssecretarissen over elkaar om de plant, met succes overigens, verboden te krijgen. Diezelfde wet stelt vervolgens dat gebruik van de khatplant een onaanvaardbaar risico oplevert, ookal is dat niet echt op feiten gebaseerd.
Paniek over drugs
Het is slechts één voorbeeld. Maar vrijwel alle drugs zijn op precies deze manier verboden geworden.
Alpha-pvp werd vorig jaar verboden na paniekberichten op Youtube over de ‘zombie-drug flakka’, zonder dat er bewijs was dat de drug in Nederland voor problemen zorgde. Paddo’s werden op lijst 1 van de Opiumwet geplaatst toen een 17-jarig Frans meisje van het Nemo af sprong, terwijl ze met een bipolaire stoornis kampte, en vlak daarvoor een mengsel van cocaïne, alcohol en paddo’s had genomen. LSD werd in de jaren ’60 verboden nadat de politie paniekberichten verspreidde dat het drinkwater van politiepaarden er wel eens mee vergiftigd zou kunnen worden.
(Hard)drugs raken doorgaans verboden na paniekerige reacties van politici op basis van zwaar overdreven mediaberichten. Daarbij is er meestal maar aandacht voor één aspect van drugsgebruik: “GEVAAR!”
Onderzoek naar schadelijkheid
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft in 2009 onderzocht of harddrugs echt zo gevaarlijk zijn. Een team van hooggeplaatste toxicologen, verslavingsdeskundigen en psychiaters maakte een opsomming van negatieve effecten van drugs op individueel en maatschappelijk niveau. Volgens het RIVM zijn heroïne, crack, alcohol en tabak de gevaarlijkste drugs in Nederland. Paddo’s, khat en LSD leveren de minste relatieve schade op voor individuele gebruikers en de maatschappij.
David Nutt was vlak voor die tijd wetenschappelijk adviseur van het Britse parlement. Hij deed als eerste een vergelijkende studie naar de schadelijke effecten van verboden drugs en andere genotmiddelen. Toen hij op basis van dat onderzoek stelde dat, statistisch gezien, gebruik van ecstasy minder gevaarlijk is dan paardrijden, werd hij uit zijn functie ontheven. Het was niet zijn positie om zulke politiek beladen onderwerpen te bespreken, vond het parlement.
De controle kwijt
Dat elke nuance in het drugsdebat direct wordt overgeschreeuwd met ‘gevaar’ is erg jammer. Want de paniekreactie ‘verbieden’ geeft juist controle over een schadelijk middel uit handen.
Ten tijde van het paddoverbod kon minister Klink kiezen. Hij kon paddo’s verbieden, hij kon niks doen, of hij kon maatregelen nemen die de veiligheid van gebruikers zouden vergroten. Een van de mogelijkheden was om smartshops beter te controleren. Destijds werden paddenstoelen met een psychedelisch effect openlijk verkocht in smartshops, ook aan dronken en onvoorbereide toeristen die veel kans hebben op een slechte ervaring. Er gingen geluiden op om klanten van smartshops pas na 24 uur hun tripknollen te geven. Op die manier zou iedere tripper minimaal een dag over zijn besluit na moeten denken. Dat zou dus veel tijd geven voor voorlichting.
Als politici oprecht andere scenario’s dan verbieden zouden overwegen, dan zou er zoveel meer mogelijk zijn. Misschien zouden we dan tripplaattsen met professionele begeleiding kunnen inrichten, bijvoorbeeld. We zouden een keurmerk voor goedgekeurde sjamanen kunnen oprichten, zodat consumenten beunhazen weten te ontwijken. En misschien zou er dan op Psy-Fi festival gewoon een tent staan waar je je drugs kan laten testen.
Helaas heeft Klink destijds niet serieus overwogen om de gezondheid van trippers centraal te stellen. Als rasechte CDA’er vond hij het belangrijk om het ‘signaal’ af te geven dat drugs gevaarlijk zijn. Omdat paddo’s nu harddrugs zijn kan je voor een halve gram (veel minder dan een gebruikelijke dosis) uit je huis worden gezet. Terwijl paddo’s dus helemaal niet zo supergevaarlijk zijn. Het rare is dat bijna niemand het gek vindt.
Geef een reactie